Johan Cruijf

Cruijff wordt wereldwijd erkend als een van de beste voetballers aller tijden.[1] In 1999 werd hij door de IFFHS verkozen tot Europees voetballer van de twintigste eeuw. Bij de IFFHS-verkiezing van Wereldvoetballer van de twintigste eeuw eindigde hij als tweede achter Pelé.[2] De voormalige aanvaller en spelverdeler werd met name geroemd vanwege zijn techniek, startsnelheid, handelingssnelheid en spelinzicht.[3] Driemaal werd hij verkozen tot Europees voetballer van het jaar en ook won hij drie keer de Europacup I. Dit laatste deed Cruijff met Ajax, waar hij gold als de leider en ster van het elftal.[4] In 1974 bereikte Cruijff als aanvoerder van het Nederlands elftal de finale van het WK, waarin met 1-2 werd verloren van West-Duitsland.[5]

Na een twintigjarige carrière als voetballer, waarin hij als prof voor clubs in Nederland, Spanje en de Verenigde Statenspeelde, legde Cruijff zich in 1985 toe op het trainerschap. Zonder de benodigde diploma's werd de oud-speler trainer bij Ajax en met de Amsterdammers won hij twee KNVB Bekers en de Europacup II. Nadat Cruijff begin 1988 ontslag nam bij Ajax, werd hij trainer bij zijn voormalige werkgever FC Barcelona. Daar formeerde hij een elftal dat de geschiedenisboeken inging als het Dream Team. Hoogtepunt tijdens zijn verblijf bij de Catalanen was de winst van de Europacup I in 1992. Daarmee werd Cruijff de derde voetballer in de geschiedenis die dit toernooi als speler én als trainer won, na Miguel Muñoz en Giovanni Trapattoni. Na zijn ontslag in 1996 beëindigde Cruijff zijn trainerscarrière, maar bleef hij invloedrijk bij zowel Ajax als Barcelona. Hij richtte diverse maatschappelijk betrokken instellingen op, die zich met name richten op jongeren en sport. Daarnaast bleef hij bij het voetbal betrokken, onder andere als analyticus, ambassadeur, adviseur en columnist.[5] In 2009 besloot Cruijff het trainerschap opnieuw op te pakken toen hij werd benaderd voor het bondscoachschap van Catalonië.[6] Deze functie vervulde hij tot en met 2013.[7] Daarnaast had Cruijff van juni 2011 tot april 2012 zitting in de raad van commissarissen van Ajax.

 

 

Op 26 januari 1991 kreeg Cruijff tijdens een wandeling met zijn vrouw Danny last van zijn hart. In het ziekenhuis onderging hij toen met spoed een bypassoperatievanwege de diagnose aderverkalking. Naast twee maanden rust kreeg de toenmalige Barcelona-trainer van de doktoren ook het advies om met roken te stoppen.[5]Tijdens zijn actieve carrière had Cruijff zich op het gebied van eten en drinken altijd als een voorbeeldig professional gedragen, maar de verleiding van het roken kon hij niet weerstaan. Soms rookte hij tachtig sigaretten per dag.[26] De Wasem, een bijnaam die de Bild-Zeitung hem ooit heeft gegeven, besloot het advies van de doktoren op te volgen en verleende zijn medewerking aan een reclamespotje waarin roken wordt ontmoedigd.[27] Nadat hij stopte met roken verruilde Cruijff zijn sigaret voor een Chupa Chups-lolly, waar hij in de dug-out regelmatig op zat te zuigen. In het voetbalminnende Catalonië verdubbelde de verkoop van deze lolly in 1991.[28]

In oktober 2015 werd bij Cruijff longkanker vastgesteld.[29][30] Een maand voor zijn overlijden uitte Cruijff zich in een schriftelijke verklaring nog positief over zijn vooruitzichten de ziekte te overwinnen: 'Ik heb het gevoel dat ik met 2-0 voorsta in de eerste helft van een wedstrijd die nog niet is afgelopen. Ik weet zeker dat ik uiteindelijk zal winnen'. Op 2 maart 2016 zocht hij nog Formule 1-rijder Max Verstappen op op het circuit in Barcelona. Een week later bezocht hij zijn zoon Jordi in Tel Aviv. Hij overleed aan zijn ziekte op 24 maart 2016 in Hospital Sant Pau in zijn woonplaats Barcelona. Zijn dood kwam voor de buitenwereld nogal onverwacht, maar in een kleine kring was bekend dat hij uitzaaiingen had.